Woensdag 7 december was het zover, op het Ministerie van Veiligheid en Justitie werd het rapport van de Staatscommissie Herijking ouderschap gepresenteerd. ‘Kind en ouders in de 21e eeuw’ hebben ze het rapport genoemd.
Ik was op tijd aanwezig en nestelde me op de derde rij in het midden van de zaal, zodat ik mooi uitzicht had op de commissie, geleid door Aleid Wolfsen (PvdA, o.a. oud-Tweede Kamerlid en oud-burgemeester van Utrecht). Allemaal professoren, doctoren, meesters in de rechten, die enthousiast vertelden een rapport te hebben geschreven waarvan de ‘rechten van het kind’ de absolute en onbetwistbare basis vormden. Dat werd vaak herhaald, zodat we dat maar in onze oren zouden knopen. Ik haalde opgelucht adem. Als de rechten van het kind voorop staan, nou, dan hoefde ik me in ieder geval nergens zorgen over te maken.
Als derde spreker kwam Prof. mr. A.J.M. Nuytinck aan het woord. Te oordelen naar het aantal titels vast een slimme meneer. Hij begon zijn betoog met de melding dat de commissie de avond tevoren ‘natuurlijk’ Nieuwsuur had gekeken en oh, wat een prachtige uitzending was dat geweest! Toen voelde ik nattigheid. In de uitzending van dinsdag was immers uitgebreid aandacht besteed aan een ‘meeroudergezin’ (een homostel en een lesbisch stel voedden samen een kind op). Ik realiseerde me dat de LGBT gemeenschap haar lobby goed op orde heeft. En dat donorkinderen daarbij vergeleken, net als andere ouderlozen, maar een stelletje matig georganiseerde amateurs zijn.
De professor meester vervolgde zijn verhaal met de mededeling dat hij het vooraf oneens was geweest met alle voorstellen die de commissie nu deed, maar dat hij bij het samenstellen van het rapport van gedachten was veranderd en nu, net als alle andere commissieleden, unaniem achter alle in het rapport gedane aanbevelingen staat. Acht-en-zes-tig stuks in totaal. Ik heb me groen en geel geërgerd aan de goednieuwsshow die deze man hield voor een zaal waar lesbiënnes, homo’s en transgenders in de meerderheid waren. Als Sinterklaas (of God?) liet hij al hun wensen in vervulling gaan. En hij was er zichtbaar blij mee en trots op. Schaamteloos.
Maar de klap op de vuurpijl moest nog komen, want na hem mocht een gynaecologe, prof. dr. Braat, de zaal vertellen dat we draagmoederschap mogelijk willen maken. Omdat het anders illegaal gebeurt en dat gaat gepaard met veel menselijk leed (mensenhandel, uitbuiting). Dus we maken draagmoederschap legaal en ja, je mag naast een onkostenvergoeding de dame die ‘jouw’ kind draagt, ook een vergoeding geven van maximaal € 500 per maand. Kindje te koop!
Zat ik daar met klotsende oksels. Uh, de rechten van het kind, waar waren die precies gebleven? Het recht op afstammingsinformatie werd zeker genoemd, er zou zelfs een register komen, maar de commissie adviseert niet om ouders daadwerkelijk verplicht te stellen deze informatie ook te delen met het kind. Dus er kunnen in de toekomst, als deze adviezen van de Staatscommissie in wetgeving worden omgezet, nog steeds kindertjes gemaakt worden die in de verdomd lullige situatie terecht kunnen komen waar ik me in bevind. Ik zuchtte inmiddels diep en de dame naast me vroeg of ik het misschien zwaar had?
Tijd voor vragen uit de zaal. Ik had medestanders in de zaal. Prof. dr. Hoksbergen (emeritus hoogleraar adoptie en destijds fervent voorvechter van het opheffen van anoniem donorschap) vroeg aan de commissie wat het met een kind zou doen om te weten dat het door de moeder was gedragen en weggegeven voor geld? Iemand uit de zaal wilde wel reageren. Een meneer kreeg de microfoon en stelde voor het te vragen aan een kind. Naast hem zat inderdaad een jongetje van een jaar of zeven, dat keurig vertelde ‘dat het helemaal niet erg is en dat hij het ook niet erg had gevonden als ervoor betaald was’. Ik was klaar om 112 te bellen en stak mijn hand op. WTF?! Wat doet zo’n jongetje in de zaal? En welke ouder haalt het in zijn hoofd dat kind in te zetten voor politieke doeleinden? Ik ben ook zo’n kind! Ik heb met dat jongetje te doen.
Ik zwaaide verwoed met mijn arm, toen een meneer de vraag stelde in hoeverre een kind recht heeft op het opbouwen van een relatie met zijn of haar biologische ouders. Want ouderschap wordt voortaan niet bepaald door genetisch verwantschap, de intentie tot ouderschap gaat even zwaar wegen. De commissie lulde wat om de hete brij heen. Hij moest zijn vraag nog een keer stellen. Ze praatten er nog verder omheen, over het belang van het kind en dat de ouders dat bewaakten enzo. Bizar. Recht op afstammingsinformatie en je opvoedouders bepalen of het wel goed is voor jou om een band met je biologische ouders op te bouwen. Hier schieten we dus helemaal niks mee op. In theorie klinkt het geweldig, iedereen happy, en het kind is nog steeds de sjaak.
Er waren veel felicitaties, een gynaecologe, een man van het COC, iedereen was zeer content. De beste vraag kwam van een lotgenote. Zij vroeg de commissie wat dit voor haar als volwassen donorkind ging betekenen, of ze nu toegang zou krijgen tot haar overleden moeder’s medisch dossier om te achterhalen of daar informatie in staat die voor haar als donorkind belangrijk is? Nee mevrouw, terugwerkende kracht, da’s heel ingewikkeld. Overgangsregelingen. Ja, ze keken elkaar instemmend aan. Er zou een overgangsregeling moeten komen.
Tot zover uw Haagse verslaggever. Ik zit al twee dagen aan het zuurstof. En ik ben niet zo positief over het rapport. Ik herhaal nog even de Universele verklaring van de rechten van het kind van de Verenigde Naties: ieder kind heeft het recht zijn ouders te kennen en door hen grootgebracht te worden. De overheid dient er alles aan te doen dat mogelijk te maken.
Amen.