Op een dag word je wakker en heb je een nieuwe zus. Of een broer. Of je hebt er zes. Of 55 (waar gebeurd hè, geen grap). Als het mee (of tegen?) zit weten zij misschien al wie je biologische vader is? Als donorkind kan elke dag een nieuwe verrassing brengen. Leg dat maar eens uit aan je echtgeno(o)t(e), je vrienden of je ouders. Hoe het is om zomaar, onaangekondigd en op elk moment, met behulp van je DNA nieuwe bloedverwanten te (kunnen) vinden.
Wat doet dat met je? En wat moet of kun je ermee? Wat ben je van elkaar? Hoe ga je met elkaar om? Mag je iets verwachten? Of juist helemaal niet? Geef je invulling aan de relatie? Of kies je ervoor om alles bij het oude te houden?
Er is geen standaard recept, wanneer je halfbroers en zussen of misschien zelfs je donorvader vindt. Eigenlijk is het een nieuwe zoektocht, na het vinden. Wie nou precies wat prettig vindt. Of je op elkaar lijkt, of misschien juist helemaal niet. Of je contact wilt onderhouden, elkaar vaker wilt zien of spreken. En bij grotere groepen donorkinderen is het ook nog de vraag hoe je dat allemaal organiseert?
Ik heb nu drie zussen en een broer. De zussen spreek ik geregeld. Ik vind ze alledrie geweldig lief, maar het blijft ook gewoon gek om aan elkaar verwant te zijn en tegelijkertijd uit zulke verschillende nestjes te komen. Je deelt iets wat ik heel bijzonder vind, een kwart van ons DNA komt overeen. We hebben dezelfde vader. Maar je hebt geen gezamenlijke opvoeding genoten, hebt andere ouders. De historie ontbreekt en het is aan ons, aan de donorkinderen zelf, om te beslissen of je met elkaar een nieuwe, gezamenlijke geschiedenis gaat schrijven.
En bij donorkinderen is er nóg iets geks aan de hand. Want als ik op straat loop, kan iedere toevallige voorbijganger familie van mij zijn. Ik weet het niet, en al die mensen die niet weten dat ze donorkind zijn, hebben al helemáál geen idee! En als je dan hoort dat je donorkind bent, ga je met andere ogen de wereld in kijken. Op zoek naar herkenning. In anderen. Zeker als die anderen ook donorkind zijn. En misschien zelfs bij dezelfde dokter vandaan? Geloof me, als je herkenning zoekt, dan vind je die. Of je na DNA onderzoek nou familie van elkaar blijkt te zijn, of niet.
Er zit voor ons een nieuw familielid in de pijplijn. Keep you posted!
Helemaal raak, Ester! Prachtig verwoord… Ben benieuwd naar jullie nieuwe uitbreiding. En de mijne 😉 ToiToiToi!
‘Alles insluiten, tot je het kunt uitsluiten’ is de – blijkbaar automatische of noodzakelijke (?) – grondhouding van een KID-kind…